De sirenen (Grieks: Σειρ?ν Seir?n) zijn halfgodinnen uit de Griekse mythologie, met het lichaam van een vogel en het hoofd van een vrouw. Sirenen verleidden hun toehoorders met gezang. Zij waren de dochters van de zeegod Phorcys of van de stroomgod Acheloüs en Sterope.
Odysseus ontsnapte, volgens het verhaal van Homerus, aan hun gezang door de oren van zijn bemanning te vullen met was en zichzelf vast te laten binden aan de mast van het schip. Hij kon op deze wijze de liederen van de nimfen horen terwijl zijn bemanning door de was in hun oren zich niet liet verleiden te dicht in de buurt van de rotsen te varen. Odysseus' doortocht benam de sirenen hun magische krachten voorgoed en de vrouwen veranderden in rotsblokken. Alleen Parthenope stortte zich in zee en verdronk. Haar lichaam spoelde aan en werd begraven op de plaats waar later de stad Napels zou ontstaan.
De Argonauten werden gered van de dodelijke verlokking door de zanger Orpheus, die het gevaar inzag en een lied speelde dat de stemmen van de sirenen overstemde.
Volgens Romeinse auteurs woonden zij op drie kleine rotseilandjes tussen Sorrento en Capri.
Ovidius beschreef ze als nimfen, speelgenootjes van Persephone, die getuige waren van haar ontvoering. Demeter, die hun verweet niets gedaan te hebben om haar te redden, veranderde ze in vogels met een vrouwenhoofd. Ze waren erg knap en zongen zulke mooie liederen, dat de reizigers die hun eiland passeerden de verlokking niet konden weerstaan. Vervolgens liep hun schip dan te pletter tegen de rotsen en werden zij gedood, doordat de sirenen alle levenskracht uit hun slachtoffers wegzogen. In de oudste legenden waren er twee (onder anderen bij Homerus), recentere schrijvers telden er drie, en nog recentere schrijvers hebben er meer toegevoegd.
Aglaope (mooi gezicht), Aglaophonos (mooie stem), Leucosia (het witte zijn), Ligeia (schrille), Molpe (muziek), Parthenope (maagdengezicht), Peisinoë (verleidende gedachten), Raidne (verbetering), Teles (perfectie), Thelxepeia (zachte woorden),Thelxiope (verleidend gezicht) zijn hun namen.
De beroemdste drie waren Parthenope, Ligeia, en Leucosia.